Het EMS-rasnummersysteem (Easy Mind System) is een internationale standaard voor het coderen en categoriseren van kattenrassen, kleuren, en patronen. Het systeem is ontwikkeld door FIFe (Fédération Internationale Féline) en wordt door veel internationale kattenverenigingen gebruikt om de verschillende variaties van raskatten op een uniforme en eenvoudige manier te identificeren. Hier is een uitgebreide uitleg van het EMS-systeem:

1. Rascode (eerste letters)

De eerste letters van de EMS-code staan voor het ras van de kat. Elk kattenras heeft zijn eigen unieke afkorting van 2 of 3 letters. Enkele voorbeelden:

  • SIA: Siamees
  • PER: Perzisch Langhaar
  • ORI: Oosters Korthaar
  • MCO: Maine Coon
  • BUR: Burmees

2. Kleurcode (1 of 2 cijfers/letters)

De kleur van de vacht wordt aangegeven door een numerieke of lettercode die na de rascode volgt. Deze codes verwijzen naar specifieke kleuren. De belangrijkste kleuren zijn:

  • n: Zwart (noir)
  • a: Blauw
  • b: Chocolade
  • c: Lilac
  • d: Rood
  • e: Crème
  • f: Zwart schildpad (zwart met rood gemengd)
  • g: Blauw schildpad
  • o: Cinnamon (kaneel)
  • p: Fawn (licht kaneelkleurig)

Voorbeeld: SIA n betekent een Siamees met zwarte points.

3. Patrooncode (optionele toevoeging)

Naast de ras- en kleurcode kunnen er extra codes worden toegevoegd om het patroon van de vacht aan te duiden. Enkele veelvoorkomende patronen zijn:

  • 01: Harlekijn (minimaal 50% wit)
  • 02: Van (meer dan 75% wit, meestal met alleen gekleurde oren en staart)
  • 03: Bicolor (ongeveer 50% wit)
  • 21: Tabby (algemeen patroon, als niet precies gedefinieerd)
  • 22: Blotched tabby (klassiek tabby-patroon)
  • 23: Mackerel tabby (gestreept tabby-patroon)
  • 24: Spotted tabby (gevlekt tabby-patroon)
  • 25: Ticked tabby (zonder duidelijke strepen, slechts “getickt”)

4. Extra kenmerken (optionele toevoegingen)

Tot slot kunnen er nog extra kenmerken aan de EMS-code worden toegevoegd om speciale eigenschappen of patronen te omschrijven:

  • s: Zilver
  • y: Gouden vacht
  • w: Wit
  • v: Van-patroon (meer dan 75% wit)
  • 33: Point-aftekening (zoals bij Siamezen)
  • 11: Shaded (lichte tipping, donkere uiteinden)
  • 12: Shell (zeer lichte tipping, zoals bij chinchilla’s)

Voorbeeld van een volledige EMS-code:

  • SIA n 21: Siamees, zwart, met tabby-aftekening.
  • MCO ns 03 22: Maine Coon, zwart-zilver, bicolor met een blotched tabby-patroon.
  • PER d 02: Perzisch, rood, met Van-patroon.

5. Gebruik van EMS-codes in wedstrijden

EMS-codes worden gebruikt in stamboeken, tentoonstellingen en bij fokprogramma’s om raskatten nauwkeurig te beschrijven. Ze maken het mogelijk om in een oogopslag de belangrijkste kenmerken van een kat te zien: ras, kleur, patroon, en eventuele speciale kenmerken.

EMS-codes in de praktijk:

Het EMS-systeem is handig vanwege de eenvoud en consistentie waarmee rassen en hun variaties kunnen worden geïdentificeerd. Het systeem is vooral nuttig in het geval van rassen met veel mogelijke kleurslagen en patronen, zoals de Siamees of de Maine Coon. Voor fokkers en keurmeesters in shows is dit systeem een essentiële tool om de juiste katten te herkennen en te evalueren.

Conclusie:

Het EMS-rasnummersysteem biedt een gestandaardiseerde en eenvoudige manier om raskatten te categoriseren en te identificeren op basis van ras, kleur, patroon, en andere kenmerken. Het helpt bij het onderhouden van stambomen, het organiseren van shows en het vastleggen van fokdoelen.