De Balinees
Herkomst
De Balinees heeft zijn oorsprong in de jaren ’50 van de vorige eeuw, toen er serieus werd gefokt met het doel de langhaarfactor vast te leggen. Hoewel er al in 1928 kittens met een langharige vacht uit Siamese ouders werden geregistreerd, werd er destijds niet serieus mee doorgefokt. Het was Marian Dorsey van de Rai-Mar cattery die twee langharige kittens kreeg in een nestje van pure Siamezen. Door deze kittens met elkaar te kruisen, ontdekte ze dat het langhaargen aan alle nakomelingen werd doorgegeven. In 1956 raakte Sylvia Holland (Holland’s Farm cattery) ook geïnteresseerd in deze variëteit, gevolgd door mevrouw Helen Smith (Merry Mews Cattery), die verantwoordelijk is voor de naam Balinees. Deze naam is gekozen omdat de charmante katjes haar deden denken aan exotische Balinese danseresjes, hoewel je op Bali zelf geen Balinese kat zult aantreffen. In de Amerikaanse CFA worden alleen de klassieke kleuren als Balinees geregistreerd, terwijl andere kleuren de naam Javanese krijgen, een term die ook in andere delen van de wereld voor de Oosterse Langhaar wordt gebruikt.
Uiterlijk
De Balinees heeft dezelfde lichaamsbouw als de Siamees: gespierd, lang en slank. De achterpoten zijn hoger geplaatst dan de voorpoten, die slank en lang zijn, met ovaalvormige voetjes. De staart is lang en dun, zonder afwijkingen. De wigvormige kop, in combinatie met de grote, schuin geplaatste oren, vormt een perfecte driehoek. De kin is stevig, en de neusrug is zonder stop. De amandelvormige ogen zijn schuin geplaatst in de kop en moeten zo zuiver mogelijk van kleur zijn, met een voorkeur voor diepblauw op tentoonstellingen.
De vacht van de Balinees is halflangharig en zijdeachtig, met een fijne structuur die vlak tegen de huid aanligt. Er is weinig ondervacht, en de beharing op de staart is lang, zijdeachtig en niet te dik. De Balinees komt in alle kleuren voor die bij de Siamees zijn erkend: seal point, blue point, chocolate point, lilac point, red point en cream point. Deze kleuren zijn ook beschikbaar in tabby (gestreept) en tortie (rood/creme vlekjes). Eind jaren ’80 werden cinnamon point en fawn point toegevoegd, waarbij de familie van der Horst een belangrijke rol speelde. De meest populaire kleur is ‘Foreign White’, waarbij de Balinees volledig wit is met karakteristieke blauwe ogen. In Nederland hebben fokkers zoals A. Wilmering en M. Boogaard een pioniersrol gespeeld in de ontwikkeling van deze witte variëteit.
Balinese kittens worden wit geboren, net als hun kortharige soortgenoten, de Siamezen; het typerende Himalaya (points) patroon ontwikkelt zich pas later. De definitieve kleur van de vacht is zichtbaar vanaf de leeftijd van één jaar.
Karakter
De Balinees is een vrolijke en levendige kat, die speels is en veel aandacht en genegenheid vraagt. Over het algemeen is hij iets rustiger dan de Siamees en heeft hij een zachtere stem. Deze kat houdt van gezelschap en is zeer gehecht aan zijn gezin en andere huisdieren. De Balinees heeft veel beweging nodig en gedijt het best als hij regelmatig naar buiten kan; dit het liefst in een afgesloten tuin om ongelukken, zoals aanrijdingen, te voorkomen.
Hoewel er geen onderhoudsvrije kattenvacht bestaat, maakt het ontbreken van ondervacht bij de Balinees het minder waarschijnlijk dat zijn vacht snel verward raakt. Regelmatige borstel- en kambeurten zijn vereist, maar vergen doorgaans minder werk dan bij katten met een volle ondervacht.
Standaard (NOK)
De standaard voor de Balinees is gelijk aan die van de Siamees, met de volgende toevoegingen:
- Type, aftekening en kleurschakeringen: Zie Siamees.
- Vacht: Tamelijk lange, fijne, zijdeachtige vacht zonder wollige ondervacht, die glad aanligt. Bij de kin, nek en staart kan de vacht de neiging hebben te golven. De voorkeur gaat uit naar het ontbreken van een kraag. N.B.: Kittens mogen een kortere vacht hebben.
- Staart: Pluimstaart.